Ondanks een internationaal verdrag, wordt het merendeel van afgedankte zeeschepen nog altijd voor sloop gedumpt op Aziatische stranden. Vooral Europese reders zoeken de goedkope optie, blijkt uit onderzoek. Vorig jaar hebben ook twee Nederlandse reders afgedankte schepen op omstreden locaties laten slopen.

Dat zegt Shipbreaking Platform, een internationale coalitie van mensenrechten- en milieuorganisaties in Brussel. In 2016 zijn er wereldwijd 862 zeeschepen gesloopt. Daarvan werden er 668 op vervuilende en onveilige manier ontmanteld op sloopstranden, aldus het platform. De coalitie vraagt de Europese commissie in te grijpen.

Vooral Duitsland wordt door de organisatie genoemd als een land dat op eigen grond groene technologie nastreeft, maar elders onverantwoord met afgedankte schepen omgaat: 98 van de 100 Duitse sloopschepen werden vorig jaar een Aziatisch strand opgevaren.

In november vielen 28 doden bij een explosie op een sloopschip in Pakistan. In Bangladesh kwamen vorig jaar 22 arbeiders om op sloopstranden. Het werkelijke aantal slachtoffers zou veel hoger liggen, door onbeschermde blootstelling aan asbest en gassen. De milieuschade door de sloop op stranden is enorm.

Volgens de jaarlijkse lijst van Shipbreaking Platform is vorig jaar een olie- en chemicaliëntanker van rederij Stolt-Nielsen uit Rotterdam op het strand van Alang (India) gesloopt. Woordvoerder Jens Gruner-Hegge zegt dat zijn bedrijf alleen sloopwerven gebruikt die aan de internationale standaarden voldoen. Dat zou ook met de Indiase werf het geval zijn geweest. Netelenbos bevestigt dat die sloperij op een Europese lijst van goedgekeurde werven staat.

Stichting De Noordzee, een van de oprichters van het Shipbreaking Platform, vindt dat ook Nederlandse rederijen moeten toezien op een veilige en schone ontmanteling van schepen. "Als een oud schip voor het hoogste bod wordt verkocht, weet je zeker dan het op een sloopstrand belandt. Dat gaat ten koste van het milieu en de arbeiders. Als een reder jarenlang geld heeft verdiend met een schip, is het zijn morele plicht ervoor te zorgen dat het recyclen netjes gebeurt", aldus Merijn Hougee van De Noordzee.

via de site deredactie.be kan men een aflevering zien van "reizen Waes" die op het sloopstrand van Chittagong is

De Belgische douane heeft onlangs 170 kilo cocaïne aangetroffen in een container met diepvriesgroenten. De 150 drugspakketten waren verstopt in rugzakken.

De politie in het Spaanse Alicante had de Belgen getipt over een drugstransport vanuit Peru dat naar de haven van Antwerpen onderweg was. De Spanjaarden deden al langer onderzoek naar de smokkelbende die hiervoor verantwoordelijk zou zijn.

De vondst dateert van 24 januari, maar werd pas donderdag bekendgemaakt door het Belgische ministerie van Financiën. Voor zover bekend zijn geen aanhoudingen verricht.

België draait waarschijnlijk alsnog op voor de bergingskosten van de 'Flinterstar'. Het Hof van Cassatie oordeelt dat de bergingsplicht niet bij de scheepseigenaar en bevrachter ligt.

De 'Flinterstar'' kwam op 5 oktober 2015 in aanvaring met de gastanker 'Al Oraiq' van "K" Line LNG Shipping en zonk voor de lust van Zeebrugge. Flinter nam daarop afstand van het schip, de zogenoemde 'abandonement'. Dat houdt in dat de aansprakelijkheid van de reder gelimiteerd wordt tot een bedrag dat afhankelijk is van het tonnage van het schip. Die actie schoot in het verkeerde keelgat van de toenmalige staatssecretaris van de Noordzee Bart Tommelein (Open VLD).

Er ontstond een juridisch gevecht en uiteindelijk besloot het Hof van Beroep in Gent dat Flinter de berging van het schip moest betalen. Dat vonnis is door het Hof van Cassatie nu vernietigt, meldt De Krant van West-Vlaanderen. Daardoor draait België mogelijk alsnog op voor de kosten.
De discussie draait om de Belgische wrakkenwet, die bepaalt wat er moet gebeuren wanneer er een schip is gezonken.

'Artikel 18 van de wrakkenwet laat de scheepseigenaar toe om zijn financiële aansprakelijkheid te beperken tot een bepaald bedrag dat wordt berekend in functie van de tonnenmaat van zijn schip', zegt advocaat Clive van Aerde, die Flinter bijstaat, tegen de krant. 'Het Hof van Cassatie heeft principieel beslist dat ingeval van aansprakelijkheidsbeperking, de overheid hen niet meer kan verplichten om zelf tot berging over te gaan.'

'Eindelijk gerechtigheid', reageert voormalig Flinter-directeur Bart Otto. De rederij is ondertussen failliet gegaan doordat ING kredieten voor negen schepen opeiste. Die varen nu in de vloot van Thorco Shipping. Vermoedelijk zullen de bevrachter en eigenaar van het schip proberen om de miljoenen die zij uitgaven aan de berging van het schip te verhalen, wat de Belgische overheid miljoenen euro's kan gaan kosten.

Veerdienst-operator DFDS heeft in 2016 enorme winstgroei geboekt. De nettowinst steeg met 53% tot 207,4 miljoen euro.
De omzet groeide met 2,4% tot 1,84 miljard euro. De operationele winst (ebit) schoot met 37% omhoog tot 220 miljoen euro.

DFDS profiteert van volumegroei in alle belangrijke markten. Op de Noordzee, waar DFDS verscheidene routes tussen Noord-west-Europa, Scandinavië en Groot-Brittannië onderhoudt, groeiden de volumes in het vierde kwartaal met 7% ten opzichte van het laatste kwartaal van 2015. Op de Oostzee lagen de volumes door de oprichting van een nieuwe route tussen Finland en Estland 31,4% hoger, maar ook wanneer deze nieuwe route buiten beschouwing wordt gelaten boekte DFDS daar een stevige volumegroei van 11,6%.

Het Kanaalverkeer tussen Dover en Calais zag de volumes in het vierde kwartaal met ruim 20% groeien. Over geheel 2016 groeide het volume op deze route met 26% ten opzichte van 2015. Voornaamste reden hiervoor is de overname van de MyFerryLink-schepen waarmee de Deense rederij zijn marktaandeel heeft uitgebreid. De Eurotunnel Group besloot in 2015 om MyFerryLink te stoppen vanwege de continue juridische strijd met de Britse mededingingsautoriteit.

Voor 2017 verwacht DFDS een omzetgroei van 4%, De operationele winst (ebitda) wordt geraamd op 348 tot 375 miljoen euro. Dat is een lichte stijging ten opzichte van de 346 miljoen euro grote operationele winst die de rederij afgelopen jaar boekte.

Cobelfret heeft twee nieuwe schepen besteld met een optie op nog vier. Het betreft een aanvulling op een eerdere bestelling die onderdeel is van een uitbreidingsplan dat Rotterdam en Zeebrugge raakt.

De schepen zijn besteld bij Hyundai heavy industries in Zuid-Korea. Beide schepen krijgen een capaciteit van 5.400 laanmeters en de rederij heeft een optie op nog vier van deze schepen.

Cobelfret (CLdN Roro) bestelde eerder al vier schepen waarvan de eerste twee schepen dit jaar worden opgeleverd. Deze twee schepen zijn nog een stuk groter en hebben een capaciteit van 8.000 laanmeters. Deze schepen zullen dienst gaan doen op de vaarroute tussen Zeebrugge en Groot-Brittannië en zullen gelijktijdig een grootschalige uitbreiding op de diensten van Rotterdam en Zeebrugge naar Londen teweeg brengen. Als onderdeel van deze uitbreiding wordt in het tweede kwartaal van 2017 in Zeebrugge een nieuwe havenfaciliteit in gebruik genomen aan de Albert II kade.

De veerdienstoperator had eerder de intentie uitgesproken om twaalf nieuwe schepen te bouwen. Met de nieuwe bestelling zijn er zes daarvan gerealiseerd, op de overige zes heeft de rederij nog opties. In totaal heeft de rederij momenteel 24 schepen in de vaart die diensten onderhouden tussen Noordwest-Europa, Groot-Brittannië, Scandinavië en Portugal.

CLdN has today confirmed the order of an additional two 5 400 lane meter vessels from the Korean shipyard, Hyundai, with options for a further four of the same class. This to complement the previously announced firm orders for four vessels, of which the first two 8 000 lane meter vessels will be delivered within 2017, and are muted to be placed on the Zeebrugge / UK trade, which will, immediately in parallel, facilitate a large expansion of the Rotterdam and Zeebrugge / London service.

To complement these orders and prepare for expansion, a new 59 Hectare Port facility at Albert II Dock, Zeebrugge will be opened in the second quarter 2017.

European short Sea RoRo specialist CLdN RoRo SA, who operate 24 modern RoRo vessels, offering in excess of 130 sailings per week between the ports of Zeebrugge, Rotterdam, London, Killingholme, Dublin, Gothenburg, Esbjerg, Hirtshals, Santander and Porto had previously announced its intention to add 12 new vessels to its fleet over the coming years, of which six are now confirmed and with additional options for a further four.

CLdN, whose core services have traditionally been the Continent / UK, which commenced in December 1974, have steadily expanded their geographical presence into new markets, including Ireland, Sweden, Denmark, Spain and Portugal in recent years

A Company spokesperson described the additional orders as excellent news, keeping us on track to meet the target of 12 new additional vessels to expand the fleet by 70% of today’s capacity.

‘These additions, coupled with the massive expansion of our Zeebrugge Port facilities, will allow CLdN to replicate the hub and spoke concept developed in the recently expanded Rotterdam facility. We will, with immediate effect, have our Iberian services, from Rotterdam to Santander and Leixoes, call twice weekly into Zeebrugge also. This will open up a new market segment and also allow direct shipments from all ports served by CLdN, in one transaction.

In addition, we will also direct new builds to serve the Scandinavian corridor, where the present vessels are not optimum for this trade. We will start ramping up for their arrival immediately, in preparation for their deployment during 2018.

We are two years into the four year vision outlined by CLdN and are pleased to be well ahead of predictions on all fronts, with some exciting developments in the pipeline’.

CLdN ro-ro SA is a European short Sea RoRo specialist, operating 24 modern vessels, offering in excess of 100 sailings per week between the ports of Zeebrugge, Rotterdam, London, Killingholme, Dublin, Gothenburg, Esbjerg, Hirtshals, Porto and now Santander. CLdN ro-ro SA had previously announced its intention to add 12 new vessels to its fleet over the coming years. CLdN Group, founded in 1928, a Luxembourg based, multimodal transportation and logistics group. The core activities of the Group include, European ro-ro shipping (CLdN ro-ro SA), European port operations (C.RO), European door-to-door services (CLdN Cargo) and worldwide bulk shipping (CLdN Cobelfret). They operate on the (inland) waterways of Europe with their own modern fleet of (river) barges and have extensive rail connections throughout Europe giving true multimodal solutions when required.

Na een kleine veertig jaar komt er over twee weken waarschijnlijk een eind aan de geschiedenis van de Koreaanse rederij Hanjin Shipping, jarenlang een vaste waarde in de mondiale container top-10.

Het gerechtshof in Seoul heeft bepaald dat het faillissement op vrijdag 17 februari wordt uitgesproken, tenzij schuldeisers gegronde redenen weten aan te voeren om de lopende surseance te verlengen. Die werd op 31 augustus verleend, een gebeurtenis die wereldwijd insloeg als een bom.

Het besluit van de Koreaanse rechters is mede gebaseerd op een rapport van accountantsbureau Samil PricewaterhouseCoopers (PwC). Daarin wordt de waarde van de boedel geschat op 1,6 miljard dollar. Maar volgens PwC is de waarde van Hanjin op ‘going concern’-basis niet vast te stellen vanwege de onzekerheden die het bedrijf omgeven. Daarmee is de kans op een doorstart verkeken.

Op last van de rechtbank zijn de afgelopen maanden een aantal grote belangen verkocht, waaronder het aandeel van 20% in de Amerikaanse terminal operator TTI aan Hyundai en de Azië-Noord-Amerikaroute aan Samra Midas Group. Het aandeel Hanjin is inmiddels van het bord van de effectenbeurs in Seoul geschrapt.

Gevreesd wordt dat het faillissement de druk op de noodlijdende containervaart verder zal verhogen. De banken krijgen dan immers de handen vrij om geëxecuteerde schepen te verkopen, wat de (charter)tarieven en de marktwaarde van containerschepen verder onder druk kan zetten.

Het kabinet-Weyts en de rivierloodsen zijn niet tot een vergelijk gekomen over een schaalvergrotingspremie. Dat laat Yves Verspreet namens de vakorganisatie Beroepsvereniging van Loodsen (BvL) dinsdagavond weten. Daardoor zullen schepen breder dan 48 meter en tot 360 meter vanaf middernacht niet meer worden beloodst, al is dat volgens de organisatie ‘eerder symbolisch’.

De Beroepsvereniging vroeg enkele weken geleden om een ‘administratieve fout’ recht te zetten waardoor ook de rivierloodsen een premie krijgen die zou zijn afgesproken in maart vorig jaar, toen op het Antwerpse stadhuis een akkoord na een staking werd afgesloten.

Omdat er maar geen antwoord van het kabinet van Vlaams minister voor Mobiliteit Ben Weyts (N-VA) zou zijn gekomen, gaven de loodsen dinsdag aan dat ze vanaf middernacht effectief actie zouden voeren. Concreet zou men geen schepen breder dan 48 meter en tot 360 meter lang meer beloodsen.

‘Veel voorwaardelijke zinnen’

‘Voorlopig is er geen goed antwoord gekomen’, zegt BvL-woordvoerder Yves Verspreet. ‘We hebben de vraag gesteld hoe men het gaat oplossen, maar dan klinkt het dat ze nog allerlei zaken moeten oplossen, zoals ook langs de inspectie van financiën gaan, enzovoort. Alles klinkt dat men dingen “zou moeten”, met veel opengetrokken paraplu’s en voorwaardelijke zinnen.’

Verspreet verwacht dat er in de komende dagen nog zal worden overlegd, maar er wordt vanaf middernacht wel doorgezet met de actie. ‘Maar het is toch veeleer een symbolische actie. Het is een beperkt aantal schepen binnen die afmetingen. Misschien wordt ook een Nederlandse loods geselecteerd (Nederlandse loodsen voeren volgens afspraken 27,5 procent van de loodstaken op de Schelde uit, red.) of springen ze bij.’

Het kabinet-Weyts geeft voorlopig geen commentaar over de kwestie.

Louise-Marie even op adem en terug richting ruime sop!

Het fregat F931 Louise-Marie heeft maandag 30 januari Zeebrugge verlaten richting Den Helder (NL) waar alle grote wapensystemen getest en worden geladen. Nadien vaart de Louise-Marie richting Bergen (Noorwegen) waar het opgenomen wordt in de Standing NATO Maritime Group One (SNMG1) alsook het NAVO response force dat een preadvies heeft van 5 dagen om tussen te komen!
Sinds 14 januari is de Noorse Commodore Ole Morten Sandquist bevelhebber van de vloot aan boord van het vlaggeschip HNOMS Roald Amundsen. Gedurende de inzet van de Louise-Marie zal de NAVO vloot deelnemen aan verschillende multinationale oefeningen in de Noordzee, Ierse zee en ter hoogte van de Faeröereilanden.
De groep is constant in zijn hoogste staat van paraatheid. Dankzij de constante opleidingen en oefeningen binnen de NAVO partnerlanden, levert de NAVO een daadwerkelijke maritieme macht klaar om wereldwijd tussen te komen.
SNMG1 is één van de vier permanente NAVO maritieme groepen. Deze Belgische deelname is een tastbare inzet aan de bondgenootschappelijke solidariteit. Deze maritieme groepen bieden de NAVO een ononderbroken maritieme mogelijkheid tot waakzaamheid in vredestijd en perioden van crisis en conflicten.
Voor het ogenblik bestaat de vloot uit een 10 tal fregatten bijgestaan door een tanker alsook een onderzeeër.

Despite a massive scrapping spree of classic Panamax containerships, the sector remains under pressure as up to one hundred further Panamaxes will need to be scrapped before the segment can regain its footing again, according to Alphaliner.

A total of 130 Panamax units of 4,000 – 5,100 TEU were removed from the fleet since 2009, including 44 units scrapped in the last four months alone. The Panamax fleet currently counts 563 ships, against 643 units two years ago.

In late 2016, two 4,250 TEU Panamax ships, the 2009-built India Rickmers and the 2010-built Hammonia Grenada, became the youngest-ever containerships to be scrapped, “but the pace of scrapping is barely catching up with the rate at which Panamaxes are being displaced by larger ships on trans-Panama routes,” Alphaliner said.

Ultra low charter rates, currently at subopex (operating expenses) levels, have failed to revive demand for ships in this sector. Charter rates have dropped below USD 5,000 per day in July last year and currently stand at only USD 4,000 – USD 4,350.

Despite this, the idle Panamax fleet of 4,000-5,300 TEU has remained high, counting 68 units, down from a peak of 98 units in October, and most of the reduction can be attributed to scrapping. Demand remains largely insufficient to notably reduce the overhang of surplus ships removed from trans-Panama routes.

Since the opening of the new Panama Canal locks in June last year, 133 Panamax ships have been removed from this route. Only 88 Panamax ships are currently involved in trans-Panama services, compared to 221 units in early June of 2016.

German automotive manufacturing company Volkswagen Group plans to charter two liquefied natural gas (LNG)-powered vessels from 2019 for vehicle shipment between Europe and North America.

To be chartered from shipping company Siem Car Carriers AS, the two vessels, which would feature a length of 200 meters and a width of about 36 meters, will have a capacity of about 4,500 vehicles.

The two LNG ships will replace two of the nine conventional freighters powered by heavy fuel oil, which are used in a round trip scheme across the North Atlantic serving the markets of Canada, the USA, Mexico and Europe, from 2019 onwards.

In addition, the group said it intends to transfer vehicle and material transport in Europe increasingly from trucks to lower-emission means of transport such as ships in the future.

“By commissioning the two LNG-powered freighters for the route between Europe and North America, Volkswagen Group Logistics is forging ahead with environmentally compatible, resource-efficient transport,” Wolfram Thomas, Head of Group Production, said.

Volkswagen is considering the changeover of other conventionally powered freighters to LNG drive systems and the use of LNG-powered roll on/roll off car carriers on other routes as well.

Alternative LNG drive systems for ships reduce air pollutant emissions of CO2 by up to 25% and NOx by up to 30%, particulate matters by up to 60% and SOx by as much as 100%.

“The possibility of changing other vehicle transport vessels chartered by Volkswagen over to LNG operation will depend on the availability of the necessary infrastructure,” Thomas Zernechel, Head of Group Logistics, said.

Een bijzondere vondst op het strand in Zeeland, bij onze Noorderburen. Daar is een houten naambordje aangespoeld van de vissersboot Asannat uit Zeebrugge.

Die is op 27 december vorig jaar voor de Engelse kust gezonken. Een visser overleed, een tweede kon gered worden, een derde opvarende is nog altijd vermist.

Het was Trudie Westdorp, een Nederlandse vrouw die op het strand van Oostkapelle het bordje vond. Ze wilde het graag zelf aan de reder teruggeven. Willy Versluys ging graag op die uitnodiging in. Maar hij kreeg bij de overhandiging wel een krop in de keel.

In Zeebrugge zal nu woensdag 1 februari een grote brandoefening gehouden worden.

De oefening wordt gehouden door vier schepen van het Navo mijnenbestrijdingseskader die in de Marinekazerne van Zeebrugge liggen en dit in samenwerking met de Brandweer van Hulpverleningszone 1.

Shipping company Toisa Ltd filed for U.S. Chapter 11 bankruptcy as falling demand for the Bermuda-chartered company's oil-and-gas supply vessels left it running short of cash, according to court documents.

Toisa, owned by Greek shipping magnate Gregory Callimanopulos, has a global fleet of 26 offshore oil service vessels, 13 tankers and seven bulk ships, according to documents filed with the U.S. Bankruptcy Court in Manhattan.

The ship operator said it had more than $1 billion in debt in court documents.

Oil prices have fallen by about half since 2014, and offshore energy producers have responded by cutting back on capital spending which has undermined demand for supply vessels.

Toisa said it has been in talks with lenders this month in London, but sought bankruptcy after several lenders took action on their loans, including seeking to seize the company's ships, according to court documents.

The energy downturn has hit many offshore oil service firms, including Houston-based Hercules Offshore Inc which in June said it planned to liquidate its drilling business.

Tidewater Inc, a New Orleans-based operator of supply vessels, has been in negotiations for several months with its lenders to amend it debt agreements.

P&O Ferries en Finnlines gaan hun afzonderlijke diensten verknopen in Zeebrugge om zo een directe route tussen Spanje en Groot-Brittannië te creëren.

Zeebrugge is een belangrijke draaischijf van P&O Ferries voor de diensten van en naar de Britse oostkusthavens Tilbury, Hull en Teesport. Finnlines onderhoudt vanuit die haven een dienst van en naar de Spaanse havens Bilbao en Santander. Door die twee diensten te verknopen willen de twee veerdienstoperators een 'naadloze' 1.100 zeemijl lange verbinding tussen het Iberisch schiereiland en het Groot-Brittannië maken.

'Iedereen die goederen wil vervoeren tussen Spanje en Groot-Brittannië kan dat nu met een enkele boeking doen en voordeel genieten van een maximale transittijd van vijf dagen', zegt Nick Pank van P&O Ferries.

De gebruikte ro/ro schepen zijn geschikt voor alle soorten lading inclusief zware lading en ladingen met grote afmetingen.
Met de nieuwe dienst willen de twee rederijen een alternatief voor het wegtransport bieden en er worden 'sterke volumes' van projectlading, machinerie, verpakkingen, aluminium, auto-onderdelen, fruit en groenten, batterijen en papier verwacht.

Deze avond is het in 2007 gebouwde massagoed schip (bulk carrier) Gadwall veilig aangekomen in de haven van Gent (BE). Het geladen schip verloor eind vorig jaar haar roer en moest op sleep worden genomen. Na enkele dagen wachten op helder weer kon de Gadwall dan toch gisteren onder de avond vertrekken van op de ankering voor de Belgische kust. Het schip werd gesleept door de 70 meter lange sleepboot Smit Nicobar en gestuurd achteraan door de sleepboten Union Ruby en SD Salvor.

Net voor het opvaren van de Schelde werd deze ochtend de Smit Nicobar losgekoppeld en werden de RT Adriaan en Union 5 ingespannen vooraan om het laatste deel van de reis naar Gent te vervolgen.

Na het lossen van de lading zal de Gadwall vervolgens naar Vlissingen (NL) gesleept worden om daar in droogdok hersteld te worden ...

Op vrijdag 20 januari liep in Zeebrugge de eerste LNG-tanker/ijsbreker aan die binnen afzienbare tijd samen met een reeks zusterschepen de shuttledienst zal onderhouden tussen de Siberische haven Sabetta en Zeebrugge.

Vanuit Sabetta zal met die hooggespecialiseerde en peperdure schepen LNG (vloeibaar aardgas) worden aangevoerd in het kader van het Yamal-project. In Zeebrugge wordt het LNG dan overgeladen in gewone methaantankers voor verdere distributie wereldwijd. Deze overslag is nodig, omdat het veel te duur zou zijn om een volledige vloot dergelijke schepen met ijsbrekercapaciteiten te bouwen voor rechtstreekse aflevering van LNG uit Sabetta wereldwijd.

Het eerste schip uit een reeks van zestien betreft de onder Cypriotische vlag varende Christophe de Margerie, genoemd naar een Franse ingenieur die betrokken was in het Yamal–project, maar bij een aanrijding met een sneeuwruimer op de luchthaven van Moskou het leven verloor. De schepen kunnen zelfstandig door ijs met een dikte van 2,50 m varen.

De Christophe de Margerie wordt uitgebaat door de Russische rederij Sovcomflot (SCF) en komt naar Zeebrugge voor de ‘cool down’ van de laadruimen, het langzaam afkoelen van de tanks tot 162°C onder nul en het laden van een beperkte hoeveelheid LNG, nodig voor het uitvoeren van een aantal tests tijdens de proefvaarten.

De cool down gebeurt op de LNG-terminal van Fluxys LNG.

Deze middag heeft de Auto Energy de haven van Zeebrugge verlaten na haar eerste aanloop daar.

Na de Auto Eco eind vorig jaar was het nu dus aan het zusterschip Auto Energy om Zeebrugge aan te lopen tijdens haar maidentrip.

Het schip werd uitgerust met een dual fuel motor van MAN B&W die zowel door traditionele bunkerolie, marine gas oil of vloeibaar aardgas kan aangedreven worden.

CMA CGM wordt gezien als de meest geschikte partij om OOCL te kopen of ermee te fuseren. Dat stelt Drewry, die spreekt van 'een perfecte minnaar voor een perfecte bruid'.

De aandelenkoers van Orient Overseas International Limited (OOIL), het moederbedrijf van de Hongkongse rederij OOCL, is sinds de start van het nieuwe jaar al met 30% gestegen vanwege speculatie over een mogelijke overname of fusie van de containerrederij. De koers steeg vandaag met 7,25% ten opzichte van gisteren tot 42,10 Hongkongse dollar per aandeel. Eind december werden de aandelen nog voor 31,75 HK dollar verhandeld.

In een nog niet gepubliceerde analyse van Drewry Financial Research noemt analist Rahul Kapoor CMA CGM als de meest waarschijnlijke kandidaat om OOCL over te nemen. 'Wij zijn van mening dat zowel CMA CGM als Cosco Shipping in staat zijn om een bod uit te brengen op de rederij, maar CMA CGM is volgens ons in een beter positie om dit te doen', schrijft Kapoor. Dat denkt hij onder meer omdat Cosco Shipping nog bezig is met de afronding van de fusie met China Shipping Group, wat vanwege het grote aantal bedrijven in uiteenlopende markten en industrieën een ontzettend complexe samenvoeging is.

Volgens Drewry is OOCL een aantrekkelijke partij, zeker nu de Franse rederij het Singaporese NOL (APL) al heeft geïntegreerd. 'OOIL completeert CMA CGM goed aangezien het niet alleen de aanwezigheid op de long haul handelsroutes uitbreid, maar ook het intra-Aziatische marktaandeel een boost geeft waardoor CMA CGM daar kan concurreren met Maersk Line's MCC', schrijft Kapoor. Dat is de intra-Aziatische vervoerder van de Deens rederij.

Wat CMA CGM ook een geschikte kandidaat maakt is dat een overname door de Franse rederij geen gevolgen heeft voor de reorganisatie van de allianties in april dit jaar, omdat de rederijen samen de Ocean Alliance gaan vormen. Hetzelfde geldt voor Cosco en Evergreen, wiens naam ook wordt genoemd als geïnteresseerde partij, maar analisten betwijfelen of de Taiwanese rederij zo'n overname wel kan financieren.

Dat CMA CGM ook na de recente NOL-overname nog steeds op zoek naar nieuwe overnamekandidaten bleek eind vorig jaar toen de rederij een bod uitbracht op Hamburg Süd, die uiteindelijk door Maersk Line is gekocht.

CMA CGM heeft verschillende opties om OOIL over te nemen. De Saadé familie kan ervoor om de rederij volledig te kopen, maar ook om te fuseren en de Tung familie, de grootaandeelhouder van OOIL, een belang te geven in de nieuwe entiteit. Drewry acht die laatste optie als het meest waarschijnlijke scenario.

OOCL wordt gezien als één van de meest aantrekkelijke overnamedoelwitten in de containermarkt, met name vanwege diens zeer sterke financiële prestaties. Met uitzondering van 2009 en 2016, twee horrorjaren in de containervaart, heeft de rederij het afgelopen decennium altijd goede winsten geboekt.

De rederij heeft een vloot van meer dan een half miljoen teu en heeft bovendien zes enorme containerschepen met een capaciteit van 21.000 teu in bestelling die dit jaar in de vaart zullen komen. Ondanks die reuzenschepen is het probleem van de rederij een gebrek aan schaal. Als alle fusie- en overnameactiviteit is uitgespeeld bezet OOCL een achtste plek op de wereldranglijst, maar met een marktaandeel van 3% blijft de rederij ver achter bij diens rivalen. Evergreen, die op plek zeven terechtkomt, zal bijna twee keer zo groot zijn, schrijft Drewry. 'Vanwege die afstand en de hevige investeringen die nodig zijn om dat gat te overbruggen, zou het management van OOIL wel eens kunnen besluiten dat dit het juiste moment is om te cashen.'

Consultancybureau's Drewry en Alphaliner verwachten wel dat de Tung familie de rederij alleen zal verkopen tegen een premiumprijs. 'Wij denken dat 50 Hongkongse dollar per aandeel eerlijk is', schrijft Drewry. Alphaliner verwacht dat een bod minstens op 58 HK dollar per aandeel zou moeten uitkomen. Dat zou de overnamesom op 4,7 miljard Amerikaanse dollar brengen. Ter vergelijking: Maersk Line zou naar verluidt vier miljard dollar betalen voor Hamburg Süd.

De haven van Zeebrugge behaalde in 2016 nieuwe recordcijfers voor wagens en in havenarbeid. Maar de containeroverslag viel zwaar tegen, zodat er 1,3% minder goederen werken behandeld dan in 2015.

Eind 2016 waren er in Zeebrugge 1.695 (+7,6%) havenarbeiders aan het werk, meer dan ooit tevoren. Met bijna 2,78 miljoen auto's, 14,3% meer dan in 2015, blijft het de grootste auto-overslaghaven ter wereld. De hele ro/ro-overslag groeide er met 6,7% naar 14.352.087 ton. De landen met de meeste groei in automotive zijn de VS (+47,5%), Zweden (+31,7%) en Spanje (+25,4%). In 2017 zijn overigens al verschillende nieuwe stromen wagens gestart. "K" Line biedt nu twee afvaarten per maand aan met schepen die vanuit het Verre Oosten Zeebrugge aanlopen. Kess startte vorige week met een nieuwe wekelijkse dienst naar Ierland.

Binnen de ro/ro versterkte Zeebrugge zich in 2016 gevoelig als hub voor Scandinavië (+11,7%). Dit jaar 2017 lijkt die groei zich voort te zetten. Zo voegt Finnlines Zeebrugge toe aan een dienst vanuit Bilbao naar Finland en start Swedish Orient Line een nieuwe route op de haven van Ventspils in Letland op. Het ro/ro-verkeer op het VK, voor Zeebrugge nog altijd de belangrijkste markt, steeg met 1,2% naar ruim 17 miljoen ton. DFDS Seaways boekte in 2016 het beste cijfer van de laatste zes jaar naar het Schotse Rosyth, 692.000 ton (+9,8%). Ro/ro-ladingen op Ierland groeiden met bijna 18%. CLdN voegde een derde afvaart naar Dublin toe aan het aanbod door een bijkomend schip in te zetten. De uitgebreide Westerhoofd Terminal van P&O Ferries behandelde in 2016 420.00 units, het hoogste aantal ooit.

Door de vermindering van de deepsea containerdiensten op Azië en de wijzigingen in de containerallianties zakte het volume diepzeecontainers met 33,8%. De stijging in kustvaartcontainers (+2,5%) kon dit verlies niet goedmaken. In de loop van 2017 krijgt Zeebrugge er wel een nieuwe diepzeeverbinding op het Verre Oosten bij. De nieuwe Ocean Alliance steekt op 1 april 2017 van wal met 41 containerdiensten. Minstens één ervan verloopt over Zeebrugge.

De vaste bulk steeg met 13,2% naar 1,49 miljoen ton, gesteund door de vertrouwde import van zand en grint het goed doen en de toename van agro bulk. De behandeling van stukgoederen ging met 27,5% vooruit (1,50 miljoen ton), vooral onder invloed van de opbouw van de gasinstallaties in het Noord-Russische Yamal. Maar in Zeebrugge zelf moest de gasterminal 10,7% prijsgeven. Stora Enso en Fibria verscheepten meer papierpulp en karton via Zeebrugge, Zespri meer kiwi's, via de Belgian New Fruit Wharf. Die is van plan in 2017 haar pakstation verder uit te breiden.